In de begroting 2022 zijn de salarislasten verwerkt per programma (incl. overhead). De raad autoriseert de totale baten en lasten per programma, op basis van artikel 5 lid 1 van de financiële verordening (vastgesteld in uw vergadering van 2 juni 2021). Impliciet geldt daarmee dat het college de bevoegdheid heeft voor de uitvoering én besteding van deze totale lasten (inclusief mutaties en verschuivingen binnen de programma’s). Op basis van artikel 5 lid 7 van de financiële verordening worden administratieve (budgetneutrale) begrotingswijzigingen van personele budgetten verwerkt over de programma’s heen.
Procesmatig
De salarislasten worden daar waar dit mogelijk is globaal toegerekend aan de diverse taakvelden binnen een programma. Ze zijn daar dus per programma onderdeel van de totale lasten. De overblijvende salarislasten vallen binnen het onderdeel Overhead (zie aparte toelichting bij onderdeel Overhead). Er is gekozen om de salarislasten centraal toe te lichten om veel dubbele teksten in de programma’s te voorkomen.
Financieel
Voor 2022 is bij de opmaak van de begroting nog geen nieuwe CAO vastgesteld. Derhalve zijn de salarislasten verhoogd met een indexering van 2%, conform de financiële uitgangspunten bij de Kadernota 2022. Voor de meerjarige indexering (2023-2025) is een stelpost opgenomen. Zie ook de tabel met de uitgangspunten voor de opstelling van de meerjarenbegroting 2022-2025.
Daarnaast zijn de werkgeverslasten gestegen die ten opzichte van 2021 een stijging laten zien van bijna 2%. Tot slot is er een lichte stijging in de formatie-omvang van 7 fte naar in totaal afgerond 397 fte (inclusief college).
De totale salarislasten zijn op basis van het bovenstaande gestegen van afgerond € 31,1 miljoen naar afgerond € 31,9 miljoen.