Ambities kunnen niet gerealiseerd worden zonder risico’s te nemen. Risico’s horen bij het proces van verandering. Het is belangrijk dat de gemeenteraad zich bewust is van de risico’s, die horen bij het beleid van de gemeente en dat zij hierop stuurt.
Of de gemeente in staat is de gevolgen van de risico’s op te vangen, zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt, wordt weergegeven door de weerstandscapaciteit. Onder weerstandscapaciteit verstaan we de middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. Het geld en de mogelijkheden bestaan onder andere uit: het vrij aanwendbare gedeelte van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien, die in de begroting is opgenomen. De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de aard en de omvang van de risico’s waar de gemeente mee wordt geconfronteerd (risicoprofiel), bijvoorbeeld financiële risico’s binnen projecten. Voor deze risico’s kunnen geen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd, omdat de risico’s zich niet regelmatig voordoen en niet goed meetbaar zijn. Tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor de gemeente geen maatregelen heeft getroffen, maar die wel van betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente, bestaat dus een relatie. Deze relatie wordt het weerstandsvermogen genoemd.
De gemeente Weert wil op een gestructureerde wijze risico’s beheersen en eventuele risico’s bewust nemen. Om die reden is het van belang om inzicht te hebben in mogelijke financiële tegenvallers die bij de risico’s horen en het beschikbare weerstandsvermogen wat aanwezig is om deze risico’s op te vangen. Conform het BBV komt in deze paragraaf de volgende informatie aan de orde:
- Beleid inzake weerstandscapaciteit en de risico’s;
- Inventarisatie van de risico’s;
- Inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
- Confrontatie risico’s met beschikbaar weerstandsvermogen;
- Financiële kengetallen en een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
COVID-19
Het kabinet is per 1 oktober 2021 gestopt met de generieke steunmaatregelen die de afgelopen anderhalf jaar de Nederlandse economie zoveel mogelijk door de coronacrisis hebben geholpen. Dit betekent dat de regelingen NOW, TVL, Tozo, TONK en diverse fiscale maatregelen vanaf die datum niet worden verlengd. De beperkende maatregelen zijn grotendeels opgeheven, de economie draait weer volop en de werkloosheid is laag. Een aantal specifieke ondersteunende maatregelen blijft van kracht. Net als de aanvullende maatregelen gericht op omscholing en aanpassingsvermogen van de economie. Als gemeente kijken wij voortdurend wat we, aanvullend op de landelijke maatregelen van het Rijk, kunnen doen. We streven naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de geldende landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk continuïteit van de reguliere werkzaamheden.