PR07 Volksgezondheid en milieu

Wat is er aan de hand?

Buitengebied en landbouw
Het landelijk gebied staat voor urgente en uitdagende ontwikkelingen: de kwaliteit van bodem, water, lucht, biodiversiteit en landschap moet omhoog. Tegelijkertijd staat Nederland voor grote opgaven op het gebied van landbouw, wonen, klimaat, energie en economie, die moeten worden ingepast in de beschikbare ruimte. Al deze opgaven vragen om een heldere visie, keuzes en draagvlak voor deze keuzes. De provincie Limburg heeft onze omgeving aangewezen als één van de drie prioritaire gebieden in Limburg voor de stikstof- en klimaatadaptatie aanpak.

Natuur en landschap
Aantasting van natuurlijke biotopen, toename van klimaatextremen en toename stikstofdepositie in natuurgebieden. Ruimtelijke druk op natuur en landschap wordt groter.

Biodiversiteit
De biodiversiteit in Nederland en in onze gemeente staat sterk onder druk. Plant- en diersoorten dreigen te verdwijnen, waardoor de natuur uit balans raakt. Het bewaken van de balans is van levensbelang omdat soorten van elkaar afhankelijk zijn en samen zorgen voor een gezonde leefomgeving en bijvoorbeeld onze voedselproductie.

Water en klimaatadaptatie
Het klimaat is aan het veranderen. Als gemeente moeten wij onze rol en verantwoordelijkheid nemen om de (leef)omgeving op deze veranderingen aan te passen zodat deze bestand is tegen extreme droogteperiodes, zware regenval en extreme hitte. Het klimaat adaptief inrichten van onze leefomgeving doen we samen met inwoners, instellingen, scholen, woningcorporaties en bedrijven. Bewustwording is een belangrijk aspect om samen bij te dragen aan het treffen van maatregelen. Het is van belang om inzichtelijk te krijgen waar zich welke effecten gaan manifesteren.

Energie- en warmtetransitie
De ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn vereist actie. Leidend zijn de kernwaarden eerlijk, kansrijk en groen en de (tussen)doelen voor 2030 zoals deze in de Weerter Routekaart Energietransitie staan beschreven.

Afval
In een circulaire economie is geen plaats voor restafval en het afval dat ontstaat heeft een zodanige kwaliteit dat dit ten minste voor hetzelfde, maar beter nog voor een hoogwaardiger doel kan worden ingezet. Met 200 kg fijn huishoudelijk restafval per inwoner per jaar, 30 kg grof huishoudelijk restafval per inwoner per jaar en 60%  hergebruik ligt er voor de komende jaren een gezamenlijke opgave.

Minder restafval door meer en betere gescheiden inzameling vraagt om een adequate inzamelstructuur, medewerking van de huishoudens en passende inzamel- en verwerkingscontracten. Voor grof huishoudelijk afval zijn daartoe in 2021 afspraken gemaakt.

Deze pagina is gebouwd op 09/29/2021 12:30:30 met de export van 09/29/2021 12:21:30